Tijdens het Wadden Vogelfestival is op verschillende manieren geld opgehaald voor het goede doel, de kustbroeders zoals Grote Stern en Scholekster. Zo hebben alle teamleden van de Texel Big Day meer dan 15.000 euro met elkaar opgehaald. Een deel van dit geld is naar Stichting Onderzoek Scholekster (SOS) gedoneerd voor een zender-onderzoek op de Hoge Berg op Texel. Elk team mocht daarbij 2 namen doorgeven. Een volwassen en een jonge Scholekster zijn gezenderd en konden onder die naam weer teruggevonden worden op de WATLAS site. Bruno Ens, Voorzitter van SOS en Scholekster onderzoeker bij Sovon deelt hieronder de eerste resultaten:
Wat hebben we geleerd van de Waddenvogelfestival Watlas-zender-Scholeksters?
Er zijn 19 Scholeksters, die op de Hoge Berg van Texel broeden, uitgerust met een watlas zender. Hier een eerste zeer simpele analyse van de resultaten t/m 5 juli.
Om het terreingebruik van de op de Hoge Berg op Texel broedende Scholekster te volgen konden we (Stichting Onderzoek Scholekster) dit jaar dankzij het waddenvogelfestival een aantal broedvogels uitrusten met zenders van het watlas systeem van het NIOZ. Daarmee kunnen heel precies de bewegingen van de gezenderde Scholeksters gevolgd worden. Op de website van watlas kunnen de vogels elk moment van de dag gevolgd worden (zie screenshot linksboven), maar dan moet het signaal van de zender wel door drie of meer ontvangers opgepikt worden en dat is lang niet altijd het geval. Vooral de vliegtochten over grotere afstand worden opgepikt en dat is al een heel waardevol gegeven (zie screenshot rechtsboven van de tracks over een periode van 24 uur).
Het geld voor de zenders werd voor een groot deel verzameld door de deelnemers aan de Texel Big Day. Er zijn in totaal 19 broedvogels van een zender voorzien. De eerste tien vogels hebben een naam gekregen van de teams die meededen aan de Texel Big Day. De volgende negen vogels zijn benoemd door de medewerkers van het vogelinformatiecentrum. In vier gevallen zijn zowel het mannetje als het vrouwtje van een broedpaar gezenderd: LieuwWE met Sam, Ollie met Hopster, Petrina met Marc, en Monique met Peter. Op de foto hieronder Ollie (links) en Hopster (rechts) gefotografeerd op het dak van een schapenboetje in hun territorium. De antenne van de zender is als een dun draadje ternauwernood zichtbaar.
De meeste broedvogels waren ongeringd (een belangrijke reden om ze te vangen), maar drie vogels droegen al kleurringen: Nozem, Charlie en Bruno. De partner van Ferry bleek ook al gekleurringd. Van de gekleurringde vogels hebben we nu al een life history op Submit CR-Birding, d.w.z. een overzicht van alle aflezingen. Dankzij de permanente deelbare link kunnen deze vogels ook nog door iedereen gevolgd worden als de zender niet meer werkt en tijdens de rui is afgevallen. Scholeksters kunnen heel oud worden. Het record is 46 jaar. In de loop van dit jaar komen de ringgegevens van alle gevangen Scholeksters in Submit CR-Birding en is voor elke vogel een permanente link van de life history beschikbaar. Nu alleen nog voor:
De partner van Ferry: https://submit.cr-birding.org/animals/66408/yuS7R3RReoLT9IQXesLw/
Nozem: https://submit.cr-birding.org/animals/102179/5pOtFUg8pqci8D5wtexb/
Charlie: https://submit.cr-birding.org/animals/65823/AB0dgTaphvwtGo7CZnWw/
Bruno: https://submit.cr-birding.org/animals/66401/lukrNxqNyhvU5Buh1zCq/
Die laatste lijkt merkwaardig genoeg op Terschelling te overwinteren:
En is daar ook gefotografeerd:
Dankzij de zenders weten we nu dat de zendervogels regelmatig het territorium verlieten. Zonder uitzondering vlogen de vogels naar het Balgzand. Dat is zeker 10 km vliegen, terwijl de Mokbaai op 5 km afstand ligt. Mogelijk is de Mokbaai te druk met het grote aantal Scholeksters dat rond de Mokbaai broedt. De vogels vlogen ook niet naar het strand (minimaal 7 km en niet zo heel voedsel rijk), de Slufter (11 km) of de Vlakte van Kerken (10 km). Ondertussen verblijven wel een aantal Scholeksters op de Vlakte van Kerken, de Hidzj voorop, maar dat lijkt een vertrek naar het overwinteringsgebied, geen voedseltocht vanuit het broedterritorium.
Door de grote droogte was het een moeilijk broedseizoen, maar het is een aantal broedparen gelukt om één of meer jongen vliegvlug te krijgen. De zendervogels wisten 4 jongen groot te brengen:
Ferry met een jong dat ons te slim af was bij onze poging het te kleurringen
Het kuiken van Nozem krijgt kleurringen (BLG-WHG8).
Charlie met gekleurringd jong dat bedelt bij de ongeringde partner van Charlie
Het jong van Petrina en Marc dat we later helaas niet te pakken kregen om te kleurringen
Is het nu zo dat de succesvolle Scholeksters minder vaak uitstapjes naar het Balgzand maakten dan de Scholeksters die geen succes hadden? Een degelijke analyse is niet mogelijk, maar we kunnen wel de uitstapjes naar Balgzand tot 5 juli vergelijken voor de succesvolle en niet succesvolle Scholeksters.
Succesvolle Scholeksters:
Ferry, Nozem, Charlie, Petrina & Marc
Niet succesvolle Scholeksters:
Michiel, LieuwWE & Sam, Ollie & Hopster, Bruno, De Hidzj, José, Robert, André, Rodny, Monique & Peter
Conclusie
De eerste indruk van deze hele simplistische analyse is dat de succesvolle Scholeksters minder uitstapjes maakten naar het Balgzand, dan de niet succesvolle dieren. Dat moeten we natuurlijk nog veel netter gaan analyseren, maar we verbaasden ons bijvoorbeeld vanaf het begin dat Ollie en Hopster zo vaak naar het Balgzand vlogen terwijl ze kuikens hadden (zie foto). Die tochtjes maakten ze zelfs al toen ze nog een nest met eieren hadden. We waren bang dat het nest verloren was gegaan toen we de uitstapjes zagen, maar dat was dus niet zo.
Ollie (boven) en Hopster (onder) voeren hun kuikens:
We blijven de gezenderde Scholeksters volgen en zullen de gegevens grondig analyseren. Maar het was natuurlijk wel een bijzonder jaar. Erg nat in maart en april en extreem droog in mei en juni. Dat zijn de maanden waarin de Scholeksters hun nesten uitbroeden en kuikens voeren. Door droogte trekken de regenwormen zich diep in de bodem terug en zijn dan onbereikbaar voor de Scholeksters. Het zou mooi zijn als we dit onderzoek konden herhalen in een jaar met minder droogte in mei en juni.